Zo geef je een startende collega een zachte landing in het team
19-04-2024
Een op de vijf pabo-afgestudeerden verlaat het onderwijs binnen vijf jaar. Onderzoek wijst uit dat goede begeleiding en de juiste ondersteuning een positieve invloed hebben. Wat kun je als team doen voor je startende collega, zodat die met plezier voor de klas staat en kan groeien in zijn vak?
De HAN onderzocht waar hun pabo-studenten tegenaan lopen zodra ze voor de klas staan. Hoe goed zijn zij bijvoorbeeld voorbereid op hun taken in het onderwijs? Afgestudeerden gaven aan voldoende kennis te hebben over didactiek en pedagogiek en spraken van een goede theoretische basis op dat gebied.
Op taken als het voorbereiden van lessen zei 95 procent goed voorbereid te zijn. Ook het motiveren van leerlingen (74 procent) en het differentiëren in de klas (67 procent) scoorden goed. Maar op veel andere taken voelen beginnende leraren zich niet goed voorbereid. Zo gaf iets minder dan de helft aan niet goed voorbereid te zijn op het handhaven van discipline in de klas. 61 procent van de afgestudeerden gaf aan niet goed voorbereid te zijn op het doen van administratieve taken. En 77 procent voelde zich onvoldoende voorbereid op het omgaan met ouders.
Begeleiding door collega
Om startende leraren een zachte landing te geven, is goede begeleiding belangrijk. Denk aan een collega bij wie de startende leraar terecht kan met vragen. Als team kun je bijdragen door eveneens ruimte te creëren voor het stellen van vragen. De drempel hiervoor wordt lager, wanneer je regelmatig informele gesprekken voert in de koffiekamer en informeert hoe het gaat. Vraag ook eens specifiek naar onderwerpen die wellicht niet op de pabo voorbijgekomen zijn, zoals oudercontact of de sfeer in de klas. Ook een startersnetwerk kan helpen. In zo’n netwerk wisselen starters ervaringen uit, waardoor ze van elkaar leren en kunnen bespreken waar ze tegenaan lopen.
Werkdruk
Afgestudeerden binnen het onderwijs geven aan dat de werkdruk (redelijk) hoog of in elk geval aanwezig is. Dit komt volgens hen onder andere door de overdracht, de eindverantwoordelijkheid, de omgang met ouders en de hoeveelheid niet-lesgebonden taken. Meer duidelijkheid en weten waar je terechtkunt met vragen, kan de werkdruk mogelijk al verlagen.
Tips om een startende collega te helpen
- Koppel de starter aan een ervaren collega
Wijs een ervaren collega aan, aan wie de starter vragen kan stellen. Zo kan die ook stoom afblazen als het even niet lukt. - Maak een startersdraaiboek
Creëer 1 plek waar alle procedures en overige belangrijke informatie te vinden zijn. Dat geeft overzicht én je weet zeker dat de starter toegang heeft tot alles wat die moet weten. - Laat starters met elkaar praten
Het delen van ervaringen zorgt voor herkenning en maakt dat startende leraren niet het idee hebben dat ze er alleen voor staan. - Maak een praatje
Zeker in een klein team is het belangrijk dat je je collega’s goed leert kennen. Dat zorgt voor een veilig gevoel. Maak hier dus tijd voor. Een praatje in de pauze kan al een groot verschil maken. - Houd het takenpakket klein
Veel startende leraren zijn enthousiast en steken graag hun hand op voor extra taken. Toch is het – zeker het eerste jaar – verstandiger dat een starter zich uitsluitend met zijn klas bezighoudt. - Geef duidelijkheid
Wat behoort wel en niet tot het takenpakket van de startende leraar? Ga er niet vanuit dat een starter dat wel weet, maar communiceer duidelijk over de verwachtingen, zodat je startende collega niet voor verrassingen komt te staan. - Blijf vragen
Een starter heeft meer tijd nodig dan alleen het eerste schooljaar om zich helemaal zeker te voelen. Stop dus niet te snel met de begeleiding en blijf aandacht geven aan je collega.
Lees verder op Leraar24
Bron: HAN, Leraar 24
« Terug naar het overzicht