Waardering en ook zorgen bij Debat Nationaal Programma Onderwijs

25-02-2021

 

De Tweede Kamer debatteerde 25 februari met de ministers Van Engelshoven en Slob over het Nationaal Programma Onderwijs. Met het plan wordt de komende 2,5 jaar een forse financiële impuls aan het onderwijs gegeven om de gevolgen van de coronacrisis op te vangen. Scholen kunnen op basis van de eigen situatie keuzes maken in de maatregelen.

In de Kamer is een breed gedeelde waardering voor het Nationaal Onderwijs Plan en de middelen die hiervoor beschikbaar worden gesteld. Vrijwel alle partijen zijn positief dat er naast het wegwerken van leerachterstanden ook aandacht is voor de sociaal-emotionele ontwikkeling van leerlingen.

Scholen kunnen rekenen op een stevige ondersteuningsstructuur, waarbij ook de wetenschap betrokken wordt. Minister Slob benadrukte het belang van de toepassing van bewezen effectieve interventies en zei dat hij ernaar streeft om in april een overzicht van deze interventies beschikbaar te hebben.

Zorgen over personeel voor uitvoering programma
In de Tweede Kamer zijn er zorgen of er voldoende personeel te vinden is voor de uitvoering van het programma. Verschillende partijen vroegen aandacht voor het structurele lerarentekort en de hoge werkdruk. Sommige Kamerleden uitten de vrees dat veel scholen om die reden noodgedwongen een beroep moeten doen op commerciële partijen. Minister Slob gaf aan dat, als dit past bij het plan van de school, externe partijen soms specifieke expertise hebben te bieden. Hij erkende de risico’s die het lerarentekort met zich meebrengt voor de uitvoering van de plannen. Op verzoek van de Kamer zei Slob dat hij de sociale partners zal vragen aan te geven wat globaal de bedragen zijn waar docenten op kunnen rekenen, als ze in de zomer lesgeven.

Zowel de Kamer als de minister gaven aan dat draagvlak voor de plannen onder het personeel belangrijk is. Minister Slob vermeldde de werkdruksystematiek uit het primair onderwijs nu ook toe te willen passen in het voortgezet onderwijs. Een onderdeel daarvan is dat schoolbesturen in hun jaarverslag moeten meenemen dat de personeelsgeleding van de MR heeft ingestemd met de besteding van de middelen.

--

Monitoring
De Tweede Kamer vindt het belangrijk om de voortgang van het programma goed te kunnen volgen en heeft van de minister de toezegging gekregen dat zij twee maal per jaar een voortgangsrapportage zal ontvangen. Er wordt nog nagedacht over de inrichting van de monitoring. Minister Slob wil scholen niet te veel belasten met verantwoordingsrapportages, maar gaf ook aan dat het Nationaal Programma Onderwijs niet vrijblijvend is.

Bron: VO-Raad



« Terug naar het overzicht