Student voor de klas is kwetsbaar
15-02-2023
Heel wat studenten staan nog voordat ze zijn afgestudeerd voor de klas. ‘Groenpluk’ heet het, als studenten een baan krijgen, voordat ze een diploma hebben behaald. Negen vragen over een praktijk die vanwege het lerarentekort populair is onder werkgevers.
Wanneer is sprake van groenpluk?
Van groenpluk is sprake als een student een aanstelling krijgt en nog voordat hij startbekwaam is op een school aan de slag gaat. “Steeds vaker zien we dat zelfs eerste- en tweedejaars voor de klas staan”, zegt Pascale Lucassen, projectmedewerker van Platform Samen opleiden & professionaliseren. “Zeker voor de tekortvakken Duits, techniek en Nederlands in het voortgezet onderwijs.”
Uit enthousiasme zeggen studenten volgens haar maar al te graag ja als hen een baan wordt aangeboden; ze beschouwen het vaak als een compliment. “Ze verkiezen een baan in het onderwijs boven een bijbaan in bijvoorbeeld de supermarkt.” Lastiger is het voor studenten om te zien dat er ook een andere kant is, zegt Grietje Dijkstra, docent Nederlands bij MBO Amersfoort en voorzitter van Groene Golf, de AOb-actiegroep van jonge docenten. “Als je een aanbod krijgt waarbij je meer gaat verdienen dan met een andere bijbaan, dan moet je wel stevig in je schoenen staan om het niet te doen.”
Hoe vaak gebeurt het?
Uit een enquête onder zeshonderd jonge AOb-leden in het voortgezet onderwijs en uit gesprekken met beginnende docenten, opleiders en bestuurders in de sector, concludeerde Investico, platform voor onderzoeksjournalistiek, vorig jaar dat zo’n 60 procent van de jonge docenten al tijdens de studie een betaalde baan kreeg aangeboden. In Rotterdam zou sprake zijn van ‘studentenroof’. Zo kreeg 95 procent van de tweedejaars studenten van de docentenopleiding natuurkunde aan de Hogeschool Rotterdam al een aanstelling. Dat leidde ertoe dat scholen geen nieuwe stagiairs konden aannemen, omdat die alleen door bevoegde docenten begeleid mogen worden.
Wat maakt een werkende student kwetsbaar?
Coba van der Veer, lerarenopleider en docent Nederlands aan de pabo van de Christelijke Hogeschool Ede: “Natuurlijk zijn er goede studenten bij, maar ook als je heel goed bent, pas je met een dergelijke baan op de winkel. Je vult gaten op. Je hebt niet het overzicht van de individuele leerprocessen van kinderen over de hele week. Ook van de sociaal-emotionele kant en privé-dossiers heb je geen overzicht en het ontbreekt je aan het inzicht in groepsprocessen. En wat als er voor de les een boze ouder je klas binnenstapt? Zelfs voor een startbekwame leerkracht valt het nog niet mee om in zo’n situatie adequaat te reageren.” Het is ook maar de vraag of een student die voortijdig aan de slag gaat, een goed beeld van het beroep krijgt. “Veel dingen weet je nog niet en altijd hijgt er een studie in je nek. Je gaat nog meer werkdruk ervaren, waardoor je gemakkelijk kunt denken: Dit is een gekkenhuis.”
Wat zijn de gevolgen van groenpluk?
Hoewel concrete cijfers ontbreken, stellen opleidingen dat de groep langstudeerders groter wordt. Dat zou komen doordat studenten al een baan in het onderwijs hebben. De kans bestaat dat deze studenten eerder voortijdig afhaken. Lucassen: “In de eerste vijf jaar is de uitval onder afgestudeerden van lerarenopleiding zo’n 25 tot 30 procent. Dat is fors. Groenpluk maakt extra kwetsbaar.”
Wat doet groenpluk met de kwaliteit van het onderwijs?
Dat is een ingewikkelde vraag, meent Lucassen. “Want het is zeker niet alleen slecht als je studenten aanstelt. Ze zijn jong, enthousiast, voelen zich erg betrokken bij leerlingen en hebben vaak veel ervaring met het geven van digitaal onderwijs. Ze brengen dus ook energie. We weten wel dat als mensen kleine werktijdfactoren hebben, ze een kleinere bijdrage aan de school als geheel leveren.”
Is groenpluk per definitie verkeerd?
Groenpluk kan wel degelijk positief uitpakken. Dat blijkt uit het promotieonderzoek van Izaak Dekker, onderzoeker aan de Hogeschool van Amsterdam. Hij onderzocht het studiesucces en het welzijn van studenten. Daarbij ging het ook om de gevolgen van groenpluk. Samen met Erik van Schooten, lector aan de Hogeschool Rotterdam, keek Dekker naar de behaalde studiepunten over vier jaar van alle toekomstige leraren die in 2016 aan de Hogeschool Rotterdam waren begonnen. In de bijbehorende enquête vertelden 132 studenten hoeveel tijd ze per semester besteedden aan betaald werk binnen of buiten het onderwijs.
Aan het begin van hun studie had 71 procent een baan buiten het onderwijs. Aan het einde had 55 procent een baan in het onderwijs. Dekker zag dat studenten die betaald werk in het onderwijs deden, gemiddeld niet vertraagden. “Ze deden het juist gemiddeld beter dan studenten die niet in het onderwijs werkten.” De onderzoeker was verrast door de uitkomsten. “Ik kende de verhalen van studenten die in de knoop kwamen doordat ze werden gepusht er nog een klasje bij te doen.” Is de conclusie dat we te negatief over groenpluk denken? Dekker nuanceert: “Ik deed het onderzoek aan een hogeschool die actief tegen scholen zegt dat ze alleen studenten een baan moeten aanbieden die het goed doen en die op schema liggen. Je kunt zeggen dat groenpluk in deze context gemiddeld genomen niet negatief lijkt uit te pakken.”
Is er een succesformule voor groenpluk?
Een sterke back-up op school is cruciaal volgens Rob Witte, die tijdens zijn studie een aanstelling kreeg als economiedocent op het Alkwin Kollege in Uithoorn. “Ik had een sectie met ervaren docenten met wie ik ruggespraak kon houden; als ik ergens tegenaan liep, dan was er altijd iemand bij wie ik terechtkon. Op het Alkwin is de begeleiding voor alle starters goed geregeld. Wekelijks komen ze bij elkaar om te sparren.”
Maar ook met goede begeleiding verschilt het per persoon of de combinatie studie en een aanstelling goed uitpakt. Dat zegt Lieke Kievits, docent biologie, schoolopleider op het Alkwin en lid van het AOb-netwerk Opleiden van leraren. “Als mensen zichzelf overschatten en weinig hulp vragen, kunnen ze alsnog in de knel komen.”
“Wat ook helpt is dat ik al wel wat levenservaring heb opgedaan”, zegt Witte. “Ik heb eerst gewerkt als it-manager. Ik weet inmiddels dat ik me wel red in een nieuwe werkomgeving. Voor een twintiger is dat een heel ander verhaal.”
Wat moet er gebeuren?
Zolang er een lerarentekort is, zal er groenpluk zijn. Het allerbelangrijkste is dan ook dat er een oplossing komt voor het lerarentekort. Dat zegt Lucassen. En tot die tijd: “Met elkaar in gesprek zijn en blijven. Studenten moeten goed geïnformeerd worden over hun rechten. Nee, je bent geen slechte werknemer als je afzegt omdat je studieverplichtingen moet nakomen. En wanneer je een aanbod afwijst, mag dat geen gevolgen hebben voor je stage. Studenten hebben meer rugdekking nodig. Vooral opleidingen kunnen daarin iets betekenen. We moeten ook een beroep doen op stagescholen: als je iemand echt graag wil hebben, zorg er dan voor dat diegene eerst zijn diploma kan behalen.”
Lees verder bij AOb
Bron: AOb
« Terug naar het overzicht