Smarter phones, dommere leerlingen?

30-05-2022

 

Al ruim 15 jaar zorgt de mobiele telefoon voor de nodige dilemma’s in het klaslokaal. Wat moet je met het ding? Verbieden, gebruiken of negeren? Of loopt het allemaal niet zo’n vaart? Didactief Online wijdt er een onderzoeksartikel aan.

Iets drie keer vertellen omdat steeds weer een paar leerlingen iets gemist hebben, welke docent heeft het niet meegemaakt? Is je les zo saai, of die mobiel te interessant? Of zit het anders? Misschien laat jij je leerlingen de smartphone wel in de les gebruiken, om woordjes te oefenen of informatie op te zoeken voor het schrijven van een verslag. Zeker voor schoolleiders is de confronterende vraag: gaan we schoolbeleid maken om mobieltjes te verbieden, of niet? Levert het netto iets op? Wetenschappers zetten hun tanden in deze vraag, met resultaat.

Beland & Murphy ontdekten in Groot Brittannië dat het verbieden van mobieltjes op jaarbasis een 6,4% beter leerresultaat oplevert. Bij goed presterende leerlingen was dit effect niet te vinden – juist de slechter presterende leerlingen gingen het beter doen. Dus wil je het Mattheüs-effect tegengaan, kansengelijkheid bevorderen en een egaler niveau in de klas? Verbied dan die mobieltjes.

Of toch niet? De studie van Beland & Murphy maakte veel los in de wetenschappelijke wereld. Een Zweedse studie (2020), uitgevoerd naar aanleiding van én met een gelijksoortige onderzoeksopzet als die van Beland & Murphy, constateerde dat het effect van verbieden verwaarloosbaar is – maar ook niet negatief. Vervolgonderzoek kan uitkomst bieden, al ondersteunen andere studies Beland & Murphy wel.

Ook een Belgische studie (2019) is positief over een verbod: een significante toename van smartphone-gebruik leidt tot een absolute daling in de cijfers van 5% (1 punt van de 20, dus van zeg een 6,5 naar een 6 in Nederlandse termen). Dit effect was sterker aanwezig bij leerlingen die hoogopgeleide vaders hebben, leerlingen met gescheiden ouders, en bij gezonde leerlingen.

Deze studie (2009) stelde vast dat mensen die veel multitasken – bijvoorbeeld switchen tussen aandacht voor de docent en de mobiel – slechter zijn in multitasken, dat wil zeggen het verwerken van informatie van beide taken, dan mensen die weinig switchen. Een andere studie (2011) ontdekte dat mensen die tijdens een taak op de mobiel bezig waren minder accuraat woorden onthielden – dat wil zeggen dat ze vaak ook geassocieerde woorden noemden in aanvulling op de te leren woorden. En ook deze studie (2012) vond dat leerlingen 62% meer aantekeningen maakten als ze tijdens een video-college niet hun mobiel gebruikten. Hun aantekeningen waren ook gedetailleerder, ze konden zich de informatie beter herinneren én ze scoorden significant hoger op de daarna afgenomen meerkeuzetoets.

Een Spaanse studie geeft wellicht het meest genuanceerde beeld. Zij bevestigt dat het verbieden van telefoons leidt tot significant betere prestaties bij de exacte vakken. Mooi meegenomen was dat het aantal pestgevallen verminderde met 12 tot 18%. De Spaanse onderzoekers wijzen ook op eerder onderzoek waaruit blijkt dat het niet zozeer gaat om de aanwezigheid van mobieltjes, maar vooral om hun inzet in het leerproces. Ze verwijzen naar een studie uit 2019 waarin de inzet van devices in een kwalitatief goed ontworpen digitale leeromgeving wel significant betere leerresultaten opleverde.

Terugkerend naar de kernvraag – verbieden of niet? - is de logische conclusie dat het niet de mobieltjes zelf zijn die problemen opleveren, maar het feit dat ze niet gebruikt worden voor de les. Negeer die mobieltjes dus niet. Verbieden is zeker een goede optie als ze niet nodig zijn in de les – maar beter nog is het om ze te integreren in je lesopzet, methode en curriculum.

Bron: Didactief Online



« Terug naar het overzicht