Reactie Verus op IBO-rapport: 'Op een nieuwe ronde haastige, Haagse daadkracht zit niemand te wachten'
21-04-2023
Hoe kan de Rijksoverheid sturen om de kwaliteit en kansengelijkheid in het primair en voortgezet onderwijs te vergroten? Dat is de hoofdvraag van het Interdepartementaal Beleidsonderzoek (IBO) “Koersen op kwaliteit en kansengelijkheid” dat minister Wiersma afgelopen dinsdag samen met een kabinetsreactie naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.
Een belangrijke conclusie van het IBO-rapport is dat in het onderwijs een gevoel van sturingsoverload is ontstaan. Dit heeft tot gevolg dat het onderwijs resistent wordt voor beleid, waardoor beleidsinterventies weinig effect hebben en nog weer meer beleidsmaatregelen worden opgeworpen.
Het IBO roept op tot consistente keuzes in de manier waarop de Rijksoverheid stuurt. Daarvoor zijn twee sturingsfilosofieën uitgewerkt: een filosofie van een actieve centraal sturende overheid en een filosofie van gereguleerde zelfsturing. Er is op dit moment te veel onbegrip tussen overheid, bestuur, schoolleider en docent, zo wordt er nadrukkelijk gezegd. Een sturingsmodel waarin ieder elkaars rol in het verbeteren van het onderwijs accepteert en waarbij men elkaar als serieuze gesprekspartner beschouwt, is essentieel voor effectieve sturing en daarmee voor de kwaliteit van en kansengelijkheid in het onderwijs.
Lees hier de uitleg en de reactie van de bestuursvoorzitter Berend Kamphuis van Verus:
"'Hoewel minister Wiersma in zijn brief zoekt naar de balans tussen het geven van vrijheid en het stellen van eisen aan de deugdelijkheid van onderwijs, is die balans in zijn media-uitingen zoek. Of om het in de woorden van Henk Hagoort te zeggen: “Wat niet helpt is dat de minister in een interview in de Volkskrant de suggestie wekt dat al die malaise het gevolg is van de autonomie van scholen en schoolbesturen.”
Bron: Verus
« Terug naar het overzicht