Onderzoek I&O Research wijst uit: gros mbo’ers liefst aan de slag in eigen regio

18-09-2023

 

Veel mbo’ers zien de eigen regio als meest kansrijke omgeving om hun dromen, ambities en verwachtingen op werkgebied waar te maken. Dit blijkt uit onderzoek dat de MBO Raad door I&O Research liet uitvoeren onder mbo-studenten en recent afgestudeerde mbo’ers. Een andere uitkomst is het optimisme onder de mbo’ers over gelijke kansen op de arbeidsmarkt, al hebben ze ook zorgen over onderwaardering en de bewuste zoektocht van werkgevers naar mensen met een andersoortig diploma.

De MBO Raad publiceerde het onderzoek op de dag van de Nationale Opening mbo-jaar 2023-2024, die in het teken staat van mbo & arbeidsmarkt. Het jaar werd geopend door demissionair minister Karien van Gennip van SZW.

Trouw aan eigen regio
Dat 78 procent van de mbo’ers hun werkzame toekomst koppelt aan de regionale arbeidsmarkt, heeft veel, zo niet alles te maken met de daar volop aanwezige baankansen in bijna alle sectoren. De meerderheid (52 procent) blijft de eigen regio dan ook trouw, simpelweg omdat de economische noodzaak er niet is om te verhuizen, maar ook door de gehechtheid aan vrienden en familie. Ruim een derde (35 procent) van de mbo’ers is wél bereid de vertrouwde omgeving te verlaten, als dat nodig is voor optimaal werkgeluk in die perfecte baan. “Dat onderstreept ook het unieke, regionale karakter van het mbo”, zegt MBO Raad-voorzitter Adnan Tekin. "We leiden natuurlijk ook op voor de regio. En mbo'ers realiseren dus gewoon dichtbij hun dromen!”.

Kansen én zorgen
Kansrijk voelen mbo’ers zich na hun opleiding ook op de arbeidsmarkt, blijkt uit het onderzoek. Bijna twee derde (64 procent) denkt dat zij met hun mbo-diploma dezelfde kansen hebben als mensen met andersoortige diploma’s. Ondanks al het optimisme, zijn er ook zorgen over ‘later’. En dan vooral over de onderwaardering van mbo’ers, vanuit de gedachte dat werkgevers te veel kijken naar opleidingsniveau en dus voornamelijk mensen met andere diploma’s zoeken c.q. aannemen. Zo’n 30 procent van de mbo’ers maakt zich door het grote aanbod aan passend werk, juist helemaal geen zorgen. Ook omdat in veel sectoren zelfs ‘extreem veel werk’ is. “Het geloof in gelijke kansen laat behalve de kracht van het mbo ook het goede werk van de scholen zien”, stelt Tekin. “Studenten ervaren dat zij een zinvolle opleiding volgen met volop mogelijkheden voor later. Tegelijkertijd moeten we aandacht blijven vragen voor het belang van het mbo voor arbeidsmarkt en samenleving en voor de gelijkwaardigheid van mbo’ers. Ik roep het bedrijfsleven daarom op om de zorgen van onze studenten serieus te nemen en te laten zien hoezeer zij het mbo waarderen”.

Stap naar ondernemerschap
De vaardigheden van mbo’ers, gekoppeld aan dromen en ambities, leidt tot de uitspraak bij ongeveer de helft (46 procent) van de mbo’ers dat ze overwegen om na hun opleiding voor zichzelf te beginnen. Zo’n 10 procent is hier zelfs zeker van. De mbo’ers die de stap richting het ondernemerschap overwegen, willen dat omdat ze zo meer vrijheid hebben in hoe ze hun dagen indelen en werk uitvoeren. Ook het zelf iets mogen opbouwen, meer salaris en het realiseren van innovaties in het werkveld zijn redenen om het eigen baas zijn te omarmen. Ruim een derde (37%) van de mbo’ers lijkt het (waarschijnlijk) leuker om in loondienst te gaan, omdat het minder verantwoordelijkheden – dus minder stress - en meer financiële zekerheid met zich meebrengt. Tekin: “Als de resultaten iets laten zien, is het dat mbo’ers hun hart en passie volgen, zo verder groeien en zichzelf ontwikkelen, daarbij vertrouwend op hun vaardigheden die ze op een later moment verder kunnen uitbouwen. Dat sluit ook mooi aan bij het advies van de afgestudeerde mbo’ers aan de mbo-studenten: ‘start op tijd met rondkijken bij werkgevers en naar geschikte vacatures. Houd de opties open. Ga iets doen wat je leuk vindt en waar je blij van wordt. Daar kan ik het alleen maar van harte mee eens zijn!”

Bron: MBO-Raad



« Terug naar het overzicht