Onderwijs zorgt zelf voor stress bij studenten hoger onderwijs

07-06-2023

 

Waarom zijn er zoveel dolende studenten? Komt dit door Weltschmerz, voortvloeiend uit oorlog en klimaatproblemen? Of is het antwoord niet zo eenvoudig te geven? Kees Boele, voorzitter van het College van Bestuur van de Protestantse Theologische Universiteit (PThU), betoogt dat de oorzaken voornamelijk besloten liggen in het stelsel van het hoger onderwijs zelf.

Prestatiedruk, stress en eenzaamheid zijn al jarenlang bekende problemen onder studenten. Zelfs zonder de coronapandemie is de trend zorgwekkend, resulterend in alarmerende aantallen jongeren die hier hinder van ondervinden. In 2021 ervoer 76 procent van hen prestatiedruk, kampte 41 procent met slaapproblemen en voelde 80 procent zich eenzaam, waarvan 29 procent in ernstige mate. Dat bleek uit onderzoek van het RIVM en Trimbos Instituut. Het Sociaal en Cultureel Planbureau voorspelt dat het aantal burn-outs als gevolg van secularisatie en individualisering sterk zal toenemen.

Studenten worstelen met stress
Kees Boele werkt aan een boek over het welzijn van studenten, een onderwerp dat hem persoonlijk raakt sinds hij zich realiseerde dat duizenden studenten ermee worstelden binnen de instellingen waarvoor hij eindverantwoordelijk was. Hoewel ze vaak werden doorverwezen naar specialistische hulp, bleef het daar meestal bij.

Tijdens een seminar van de Erasmus School of Philosophy aan de Erasmus Universiteit signaleert Boele drie trends in het huidige hoger onderwijs die volgens hem sterk negatieve gevolgen hebben voor het welzijn van studenten.

Alles zelf moeten uitzoeken levert stress op
Ten eerste heerst er een naoorlogse holle filosofie en positivistische wetenschap. Filosofen predikten volledige vrijheid en maximale eigen verantwoordelijkheid voor het bestaan van de mens. Herinneren we ons niet de uitspraak van Sartre: “We zijn alleen, gedoemd om vrij te zijn”? Dit leidt ertoe dat (beginnende) studenten geen strak inhoudelijk programma voorgeschreven krijgen. Ze moeten hun studie grotendeels zelf samenstellen.

Het concept van Bildung, waarbij een canon van vormende boeken wordt gelezen, ontbreekt. Los van de vraag of Bildung een houvast biedt in een dynamisch persoonlijk leven, moeten studenten zelf het leerproces vormgeven in interactie met elkaar. Docenten fungeren uitsluitend als begeleiders en zijn nauwelijks betrokken bij existentiële vraagstukken. Voor jongeren betekent dit dat ze alles zelf moeten uitzoeken en ook zelf antwoorden moeten vinden op levensvragen. Het gevolg hiervan is dat de vlucht naar therapeuten en hulpverlening onvermijdelijk is.

Strategische plannen volledig inwisselbaar
Ten tweede ligt de nadruk in het onderwijs op het ‘hoe’. Veel onderwijsinstellingen en onderzoekers zijn vooral bezig met het onderwijsproces. Sociaal constructivisme wordt de dominante onderwijsfilosofie, uitvloeiend in een serie codewoorden als ‘zelfontdekkend leren’ en ’teamleren’. In bestuurlijke kringen vertaalt de inhoudsloosheid zich in gevleugelde termen als ‘kenniscirculatie’, ‘co-creatie’, ‘responsiviteit’, ’transparantie’. Dit is ook terug te vinden in de strategische plannen van instellingen. Die zijn volledig inwisselbaar, aldus Boele. De student is het slachtoffer van beleidsmatige modegrillen. Methodes verdwijnen na verloop van tijd; stress en onzekerheid zijn het gevolg.

Boele verfoeit het economische denken dat overheerst op alle universiteiten en hogescholen. Een studie wordt gezien als een investering met een noodzakelijk rendement. Dit resulteert in verschraling van het onderwijs. De tijd dat een academische omgeving gericht was op ontplooiing is voorbij; het draait nu om meten en nog eens meten. Dit gebeurt onder druk van niet-docenten: bestuurders, toezichthouders en inspecteurs die streven naar zogenaamde transparantie.

Onderwijs is een productieproces geworden
Onderwijs is een economisch doel geworden, een productieproces. Vrijwel alle hogescholen en universiteiten hebben tegenwoordig private activiteiten. Het aantal particuliere huiswerkinstituten en trainingen neemt ook toe. In het hoger onderwijs maakt één op de vijf studenten hier gebruik van. De onderwijsinspectie signaleert dat het onderwijs daardoor steeds meer kenmerken van een vrije markt vertoont, met kansen voor studenten die hiervan kunnen profiteren en achterblijvers die dat niet kunnen.

Boele grijpt, hoe kan het ook anders bij de Erasmus Universiteit, terug op de werken van de grote Desiderius Erasmus om inspiratie te vinden voor beter hedendaags onderwijs. In de visie van Erasmus is een goede relatie tussen docent en student van groot belang. Hij veroordeelde docenten die proberen zelf scherpzinnig te zijn in plaats van hun studenten te helpen betere mensen te worden. Een docent moet juist kunnen uitleggen, aldus Boele.

Daarnaast blijft veelvuldige oefening van groot belang. Erasmus kent maar één leermethode: hard werken, toewijding en doorzetten – en vervolgens alles wat je hebt geleerd op je laten inwerken.

Bron: Science Guide



« Terug naar het overzicht