Minister laten onderhandelen over cao ondoordacht plan
18-04-2023
Zonder hulp van de overige coalitiepartijen maar met steun van onder meer PVV, FVD en de linkse fracties heeft de Tweede Kamer een motie van scheidend D66-Kamerlid Paul van Meenen aangenomen die oproept om te komen tot één cao voor het funderend onderwijs, die in rechtstreekse onderhandelingen tussen de minister en de vakbonden tot stand komt.
Mocht het kabinet besluiten de motie uit te voeren, dan leidt dat tot centralisering van de arbeidsvoorwaarden voor onderwijspersoneel in het primair en voortgezet onderwijs. Dat wijkt af van het huidige stelsel, waarin de schoolbesturen de werkgeversverantwoordelijkheid invullen.
De PO-Raad ziet dan ook de nodige uitdagingen als deze motie wordt omgezet in beleid. Daarbij is onduidelijk waarom een Kamermeerderheid wel wil dat de Hoftoren de onderhandelingen uitvoert voor het funderend onderwijs, maar niet voor het beroeps- of het wetenschappelijk onderwijs.
Bij de start van de lopende kabinetsperiode werd de loonkloof gedicht tussen primair en voortgezet onderwijs. Dat moet zo blijven, maar een gezamenlijke cao is overigens niet noodzakelijk voor het dicht houden van die loonkloof. PO-Raad en VO-raad zijn met de sociale partners in gesprek om daar afspraken over te maken.
Daarin heeft ook het ministerie van OCW een rol, maar niet die van de werkgever: die is bij wet voorbehouden aan de schoolbesturen. Zodoende kunnen de arbeidsvoorwaarden dichtbij de werkvloer worden gevormd en kan beter worden ingeschat wat er nodig is om de kwaliteit van het onderwijs te waarborgen.
In het Onderwijsakkoord van 2022 hebben sociale partners en de minister afgesproken samen een verkenning uit te voeren naar de wenselijkheid van één cao. Binnenkort wordt de rapportage hiervan naar de Tweede Kamer gestuurd. Dat gebeurt tegelijkertijd met de aangekondigde publicatie van het Interdepartementaal Beleidsonderzoek (IBO) ‘Sturing op Onderwijskwaliteit’. Minister Wiersma heeft aangekondigd op korte termijn op beide rapporten in één Kamerbrief te reageren.
Bron: PO-Raad
« Terug naar het overzicht