Lerarentekort primair onderwijs: een op de tien
26-01-2022
Voor het eerst heeft OCW het landelijk lerarentekort primair onderwijs in beeld. Een uitvraag van Centerdata afgelopen najaar leidde tot een relatief grote respons.
Al jaren wordt er bij OCW op aangedrongen het lerarentekort landelijk te monitoren. Ruim een jaar geleden legde Merel van Vroonhoven (voorzitter van de Taskforce Lerarentekort) de minister het vuur na aan de schenen over dit tekort. In de Tweede Kamer foeterde ze: ‘Als je vraagt: hoe groot is dat lerarentekort, waar, et cetera, is daar nog steeds geen fact-basis waar we ons op kunnen baseren! (..) .. hoe kun je in vredesnaam met een geïntegreerd en doortastend plan komen als je niet weet waar je op koerst?’ (december 2020).
OCW baseerde voorheen haar cijfers op data van de Dienst Uitvoering Onderwijs en van privé personen (met name de website van leraar Eddy Erkelens). Maar kennelijk raakte Van Vroonhoven een snaar, want in februari 2021 heeft Centerdata op verzoek van OCW de metingen overgenomen en uitgebreid. Voor het eerst zijn er nu niet alleen cijfers van de G5 (Almere, Amsterdam, ’s-Gravenhage, Rotterdam en Utrecht) maar van alle circa 7000 basisscholen verzameld. Ook is gekeken naar openstaande vacatures en naar verborgen tekorten. Alle circa 7000 basisscholen kregen een online vragenlijst; in de G5 waren scholen verplicht deze in te vullen, in de overige gemeenten reageerde 55% (terwijl volgens Centerdata een respons van 25% gebruikelijk is bij dit soort enquêtes) binnen de gevraagde vijf weken. Besturen kregen na afloop van de dataverzameling een terugkoppeling met de data van de eigen scholen en totalen over de tekorten voor het schoolbestuur.
Zwart op wit blijkt nu dat het lerarentekort in oktober 2021 landelijk ongeveer 9% bedroeg, dus bijna 1 op de tien collega’s ontbrak. Langdurige vervanging regelen bleek ongelooflijk lastig. Wat experts al eerder beweerden – dat scholen met een complexe leerlingpopulatie zwaarder worden getroffen door het tekort dan anderen – is ook bevestigd. Er zijn wel regionale verschillen. Het lerarentekort blijkt het grootste in de G5, waar het bovendien in een jaar verdubbeld is (met 5%). Utrecht doet het relatief nog het beste. Ook aan schoolleiders blijkt een groot gebrek, en dat is dan juist weer wat groter buiten de G5 (12,5%). In totaal bleken er bij deze telling circa 1.100 schoolleiders te weinig. Buiten de G5 leek er een licht verband tussen een schoolleiders- en een lerarentekort, dat in de G5 niet aantoonbaar was.
Bron: Didactief Online, Rijksoverheid
« Terug naar het overzicht