Griepgolf nekt schooldirecteur
19-01-2023
De griepgolf legt de angel in het onderwijs bloot. De lerarentekorten zijn al gigantisch, maar door de griepgolf heeft bijna de helft van het aantal schooldirecteuren nóg meer moeite om de bezetting op hun school rond te krijgen. Dat blijkt uit een peiling van AVS, waaraan 669 schoolleiders deze week meewerkten.
De forse personeelstekorten in het onderwijs geven directeuren enorme kopzorgen, aldus AVS-voorzitter Karin Straus. “Zij moeten elke dag opnieuw dat gat zien te dichten en staan daar te vaak alleen voor.”
49,5% van de scholen heeft momenteel extra personeelsproblemen vanwege de griepgolf. Het grootste deel van de directeuren krijgt hulp van het bestuur bij het oplossen van de bezetting op scholen. “Toch geven 150 schoolleiders (22%) aan geen hulp te krijgen van het bestuur om de bezetting op de scholen rond te krijgen. Dat vind ik ronduit schokkend,” stelt AVS-voorzitter Karin Straus. “De schooldirecteur staat er dan echt alleen voor. Die groep is wat AVS betreft te groot. We zijn hierover in gesprek met besturen. Support en voldoende ondersteuning zijn juist nu essentieel, omdat schoolleiders anders niet toe komen om de kwaliteit van het onderwijs op peil te brengen en te houden. Dit is een uitholling van het vak. Zeker met het toegenomen schoolleiderstekort moeten besturen er alles aan doen om hun directeuren te behouden.”
De meeste schoolleiders kunnen vanuit het bestuur terugvallen op een pool van vervangers (48%) en professioneel HR-beleid (40%). Daarnaast kunnen zij gebruikmaken van contracten met uitzendbureaus (18%). Veel schoolleiders krijgen daarnaast ondersteuning in de vorm van meedenken door het bestuur, begrip, financiële ruimte om externen in te huren en ruimte om anders te organiseren.
Creatief met het personeelstekort
Hoe lossen schooldirecteuren de problemen rondom de bezetting op? Het gros zet onderwijsassistenten in (69%) of regelt een vervangende leraar (67%). Als het echt niet anders kan, ziet menig schoolleider zich toch genoodzaakt een klas naar huis (53%) te sturen. Directeuren zoeken oplossingen vaak binnen het eigen team. Bijvoorbeeld door een collega van de zieke leerkracht te vragen om er een klas bij te nemen (34%), ook worden intern begeleiders ingezet (34%) of gaat de schoolleider zelf voor de klas staan (28%). Slechts 15% van de directeuren valt terug op een uitzendkracht of ZZP’er. Een enkeling zet noodgedwongen stagiaires (3%) of studenten voor de klas (2%). De meeste ouders reageren begripvol (56%). Toch begint het begrip af te nemen, 118 schooldirecteuren worden geconfronteerd met negatieve reacties van ouders op de maatregelen.
Anders organiseren kan het personeelsprobleem ook verkleinen. Sommige schoolleiders zetten daarom maatregelen in door de groepen anders in te delen (15%).
Positief over regionale aanpak
De minister heeft onlangs aangekondigd toe te willen werken naar duurzame regionale samenwerking om het personeelstekort in het onderwijs aan te pakken. De meeste schoolleiders die de AVS-peiling invulden, zien hierin mogelijkheden en denken dat dit echt kan helpen. In de provincies Zuid- en Noord-Holland en Utrecht werken besturen nu al het meest samen met andere besturen in de regio om de personeelsproblemen aan te pakken. In de provincies Flevoland, Drenthe en Friesland is dat het minste.
Landelijk gezien werken circa 49% van de besturen samen met andere besturen in de regio als het gaat om de aanpak van personeelstekorten. 51% doet dat dus nog niet. Hier valt dan ook nog winst te behalen. De belangrijkste redenen om samenwerkingen in de regio aan te gaan, is dat besturen zo gezamenlijk nieuwe medewerkers (25%) kunnen werven, meer mogelijkheden voor professionalisering (14%) hebben en grotere en vaste dienstverbanden (19%) kunnen aanbieden.
Schoolleiders staan dus positief tegenover een regionale samenwerking, aldus de AVS-peiling. Waarom? Ze zien voordelen in een gemeenschappelijke pool van vervangers. Als besturen meer samenwerken, dan kunnen de schoolleiders van de volgende HR-diensten gebruik maken: werving en selectie (65%), professionalisering en opleidingen (50%), expertise van de arbeidsvoorwaarden (30%) en ook aanname en ontslag (30%). De grootste voordelen zien de schoolleiders in een effectievere samenwerking met pabo’s en lerarenopleidingen (54%), de grotere pool van vervangers (50%), de organisatie van zij-instromers en kweekvijvertrajecten (48%) en het aantrekkelijker maken van het onderwijs (44%).
Punt van kritiek
AVS staat in basis positief tegenover de regionale samenwerking, maar is ook kritisch. Op drie punten.
Lees verder bij AVS.
Bron: AVS
« Terug naar het overzicht