Focus en daadkracht

09-11-2021

 

Voormalig AFM-topvrouw Merel van Vroonhoven verruilde haar bestuurskamer voor de pabo en een so-klas. De weg die ze aflegde, tekende ze op in haar boek De stap. In haar nieuwe wereld regeert de verbazing: ‘Hoe kun je werken aan achterstanden en kansengelijkheid zónder leraren?’ Didactief tekent haar verbazing uit.

Van de Nationale Nederlanden (NN) tot voorzitter van de Autoriteit Financiële Markten (AFM): de carrière van Van Vroonhoven is indrukwekkend. Als jongste vrouw ooit schopte ze het tot de directies van NN en het beleggingsbedrijf van ING. Maar eenmaal aan de top werd haar wens om een specifiekere bijdrage aan de maatschappij te leveren, steeds sterker. ‘Ik wilde me inzetten voor kansengelijkheid en de kloof tussen systeem en individu verkleinen. Dichter bij mensen die dat het meest nodig hebben.’

Voldoet het onderwijs aan uw verwachtingen?
‘Ik koos voor het speciaal onderwijs omdat ik iets wilde betekenen voor kinderen die het niet zo gemakkelijk op eigen kracht redden. Bij mijn zoon, die autisme heeft, zag ik hoe je als leraar het verschil kunt maken. In een kleine klas met een gespecialiseerde docent bloeide hij op. Zelf had ik nooit gedacht dat er zo veel parallellen zijn tussen leidinggeven aan volwassenen en aan kinderen. En hoewel ik nog veel moet leren, vind ik het vak zelfs mooier dan gedacht en geef ik met veel plezier les.’

Welk advies kunt u zij-instromers meegeven?
‘Ga meelopen met leraren en vraag hen naar de mooie en minder mooie kanten van hun vak. En bedenk goed welke ervaring je uit je vorige carrière wilt meenemen. Je hoeft heus niet alles aan de wilgen te hangen. Kies de school waar je wilt werken zorgvuldig uit. Je begeleiding staat of valt met de schoolleider en de schoolcultuur. Kijk bijvoorbeeld of de collega’s je inspireren: zij zullen mede je werkgeluk bepalen.’

Veel leraren haken af. Hoe kijkt u naar het Nederlandse onderwijs, nu van binnenuit?
‘Ik ben erg geschrokken van het systeem. We hebben een samenleving gecreëerd waarin je alle kansen krijgt als je goed mee kunt komen, maar als die ratrace lastiger voor je is, kom je gemakkelijk in de verdrukking. Tijdens mijn eerste stagejaar dacht ik: help, het denken in competentie, concurrentie en prestatie is hier bijna verder doorgevoerd dan in de zakenwereld! Het onderwijs zit vol afvinklijstjes om leerlingen en leraren mee te beoordelen. En uit het bedrijfsleven weet ik: je krijgt wat je meet. Dus als we vooral op Cito-scores letten, is het logisch dat iedereen Squla gaat gebruiken en Cito-trainingen gaat volgen. Ik heb in het bedrijfsleven gezien wat er kan gebeuren als je te veel gaat denken vanuit spreadsheets. Goed onderwijs draait om zoveel meer. Natuurlijk moeten scholen en leraren zich verantwoorden en zijn data belangrijk, maar we moeten stoppen ons er blind op te staren. Minder turven van kpi’s, kritische prestatie-indicatoren, en meer tijd nemen voor observaties en gesprekken.’

Lees het hele artikel bij Didactief Online

Bron: Didactief

 



« Terug naar het overzicht