Digitaal huisbezoek
26-03-2020
Relatie, relatie, relatie. Het is dé voorwaarde om tot leren te komen. Hoe onderhoudt je die relatie als leraar met thuiswerkende leerlingen? Gedragsdeskundige dr. Kees van Overveld deelde op LinkedIn voorbeeldvragen ter inspiratie en kreeg honderden reacties. “Nu alle werkbladen gekopieerd zijn, zou ik leraren willen oproepen een digitaal huisbezoek te brengen.”
Zijn schrijven over Aandacht voor sociaal-emotioneel leren op afstand is gericht op het herkennen, benoemen en reguleren van emoties. Met vragen als “Hoe voel je je? Kun je het uitleggen met een gevoelswoord?”, “Wat kun je tegen jezelf zeggen om de moed erin te houden?“ en “Thuis werken is heel anders dan werken in een klas. Hoe ga je daar mee om? Hoe houd je rekening met elkaar?”
Ze willen gehoord worden
Nu de grootste chaos achter de rug lijkt, zegt Van Overveld, kunnen leraren wellicht tijd maken voor het digitaal huisbezoek. “Bellen, videobellen. Kinderen hebben heel erg behoefte aan structuur en de leerkracht is een heel belangrijke volwassene voor hen. Kinderen willen gehoord worden. Ook nu.”
Bovendien zijn ze gewend elke dag naar een groep te gaan. “Je wilt ergens bij horen, ontleent je identiteit aan een groep, óók als je laag in de hiërarchie staat. In een groep ben je iemand. Stopt dat, dan valt er echt wat weg.”
Van Overveld is een man van de concrete tips: laat kinderen hun gedachten opschrijven in een dagboekje en daarvan een foto opsturen naar de leraar. “Maar je kunt ook met Kahoot een aantal vragen stellen op emotioneel gebied. Daarop kunnen leerlingen redelijk anoniem reageren zonder dat er iemand over hun schouder meekijkt. En het geeft jou als leraar een beeld van hoe het met je klas gaat.”
Lastige thuissituaties
En dan de ouders. De meesten doen hun uiterste best om voort te zetten wat er op school gebeurt. Maar ze hebben op dit moment ook een heleboel ballen hoog te houden. Zo’n digitaal huisbezoek is dan ook júist noodzakelijk bij kinderen in lastige thuissituaties. “En hun ouders. Vergeet niet dat ook ouders het moeilijk hebben. Dagelijks een videogesprek van tien minuten kan hen echt helpen. En je kunt dezelfde vragen gebruiken: Hoe moeilijk is het voor u? Hoe zit u in uw vel?”
Bron: Verus
« Terug naar het overzicht