Beleidshervormingen en de professionaliteit van de leraar
14-09-2020
Door overheidsbeleid voelen leraren en huisartsen zich steeds meer miskend in hun beroep, constateert bestuurskundige Wiljan Hendrikx in een onderzoek (2019) . Zijn tip voor leraren: maak werk van een gedeeld professioneel zelfbeeld.
Wat wilde je precies onderzoeken?
‘Kort gezegd: hoe verandert dat wat Den Haag bedenkt, het werk en het zelfbeeld van mensen? Ik heb gekeken naar beleidshervormingen van de laatste zestig jaar en daarvoor onder meer diepte-interviews gehouden met 22 huisartsen en 30 leraren uit het vo. Daaruit blijkt dat leraren steeds meer gestandaardiseerd moeten werken en dat toetsresultaten steeds belangrijker worden. Leraren worden afgerekend op leerprestaties.’
Wat vinden leraren van die praktijk?
‘Zij zeggen: dat is allemaal leuk en aardig, maar daarvoor moet ik wel eerst goed contact hebben met mijn leerlingen. Dat geldt ook voor huisartsen, die moeten hun patiënten kennen om goede zorg te leveren. Maar door de marktwerking hebben ze daar steeds minder tijd voor. Hun professionele identiteit komt daardoor onder druk te staan.’
Wat bedoel je daar precies mee?
‘Die professionele identiteit omvat zelfbeeld en rol. Dat eerste gaat over hoe je als professional vindt dat je moet zijn, de rol is wat je in de dagelijkse praktijk doet. Normaal gesproken beïnvloeden rol en zelfbeeld elkaar. Maar ik zie dat huisartsen en leraren vasthouden aan hun zelfbeeld. En dat leidt tot identiteitsconflicten: beleid dat is gericht op output en meten, botst met dat wat ze als de kern van hun vak beschouwen. Ze kunnen steeds minder voldoen aan hun eigen beroepsstandaarden en raken daardoor vervreemd van hun werk.’
Hoe gaan ze om met die botsing tussen willen en moeten?
‘Veel leraren proberen alles te doen en maken daardoor overuren. Of ze schermen zichzelf af: ik doe wat er van me gevraagd wordt, maar dat is niet wie ik ben. Sommigen omzeilen de regels. De administratiesystemen zijn bedoeld om afgewogen keuzes voor leerlingen te maken. Maar veel leraren draaien het om. Ze zeggen: ik weet wat het beste is voor deze leerling. Bij het geven van kwalitatieve data over de ontwikkeling zorgen ze dat eruit komt wat ze willen dat eruit komt. En hoewel ik de mate waarin het voorkomt niet heb onderzocht, hoorde ik van sommige leraren dat ze het leerlingvolgsysteem manipuleren door bijvoorbeeld extra herkansingen aan te bieden of een enkele keer een cijfer niet in te vullen.’
Daarmee gaat toch het beoogde objectieve gegeven verloren?
‘Leraren zeggen: meten is niet altijd weten. Hun scepsis daarover is buitengewoon sterk. Huisartsen doen hetzelfde, ze vinken in het systeem het label aan waarvoor zij vinden dat iemand zorg nodig heeft. Dat zou je fraude kunnen noemen, maar huisartsen en leraren zeggen: nee, dat is mijn professionaliteit.’
--
Waren er ook verschillen tussen leraren en huisartsen?
‘Huisartsen hebben veel meer een gedeelde professionele identiteit en beroepsethiek. Leraren kunnen meer samen nadenken over wat goed leraarschap is. Ze verwijzen desgevraagd nooit naar een gedeeld kader.’
Het hele artikel verscheen in Didactief, april 2020.
Bron: Didactief
« Terug naar het overzicht