‘Als de politiek en inspectie zich alleen maar afzetten tegen het onderwijs, brengen ze veel schade teweeg’

01-06-2023

 

Leerkrachten, directeuren en onderwijsbestuurders zetten zich elke dag in voor een kansrijke toekomst van leerlingen. Ook de wil om de basisvaardigheden en kwaliteit van het onderwijs naar een hoger niveau te tillen, is aanwezig. “Het Interdepartementaal Beleidsonderzoek (IBO) geeft daar waardevolle analyses en aanbevelingen in, maar de centrale sturing die de minister voor ogen heeft is niet enthousiasmerend.

Er gebeuren al mooie en goede dingen in het onderwijs. Zo ook met onze inzet voor de kwaliteit van het onderwijs. Het is een continu verbeterproces van doelen stellen, verklaringen zoeken en duurzame verbeteringen aanbrengen”, zegt bestuurder René Tromp van Stichting Christelijk Onderwijs Haaglanden.

“Het onderwijs komt uit een coronaperiode die we nooit hebben zien aankomen. Dat hebben we met elkaar doorgemaakt en daar proef je nu nog de naweeën van”, begint Tromp. “Verder vraagt het lerarentekort van ons dat we het onderwijs anders moeten organiseren. We maken meer gebruik van onderwijs- en leerkrachtondersteuners en halen zij-instromers binnen. Ook voelen wij de noodzaak om de basisvaardigheden en zaken als burgerschap en digitale geletterdheid op orde te brengen. We zijn als schoolbestuurders continu bezig met de kwaliteit van ons onderwijs.”

Niet enkel kwalificatie
Maar behalve kwalificatie, zijn socialisatie en persoonsvorming ook van groot belang voor de ontwikkeling van een kind. Tromp legt dan ook de nadruk dat dit in het gesprek over het onderwijs niet vergeten mag worden. “Als bestuurder wil je juist ook de leerling tot zijn of haar recht laten komen en dat hun talenten worden benut. Ik kijk graag naar de totale ontwikkeling van het kind. Niet alleen basisvaardigheden, maar juist ook de sociaal-emotionele ontwikkeling en het mens worden”, vertelt hij.

Daarom is Tromp niet blij met hoe negatief de minister naar onderwijsbestuurders kijkt. Vandaag de dag lijkt er een tendens gaande waarin bestuurders het werk niet goed genoeg doen en er veel korte termijninterventies nodig zijn. Tromp wil graag waardering uitspreken voor alle medewerkers die zich elke dag inzetten voor leerlingen in het onderwijs en hen daarmee een hart onder de riem steken. “Het voelt als een stuk onrecht als er zo over onderwijs wordt gesproken. Want elke schoolbestuurder, of ze nu van oorsprong van binnen of buiten het onderwijs komen, is met dezelfde intenties bezig. We weten met elkaar waar we het over hebben en onze opdracht is duidelijk. We proberen de onderwijskwaliteit op het juiste niveau te krijgen, met alle uitdagingen die door het lerarentekort daarbij komen kijken. En dan wordt beoordeeld dat je het slecht doet..”

Duurzame investeringen
Tromp vindt hierin dat het ministerie en onderwijsinspectie moeten kijken naar de huidige kwaliteit van het onderwijs en juist gezamenlijk met bestuurders een professionaliseringsslag moeten maken. Niet enkel korte termijninterventies met extra controle, maar duurzame investeringen waarmee toekomstbestendig onderwijs wordt gecreëerd. Daarvoor vindt hij ook de samenwerking tussen onderwijsbestuurders en de PO-Raad, VO-raad en organisaties als Verus van waarde. “Als de politiek en inspectie zich alleen maar afzetten tegen het onderwijs, brengen ze veel schade teweeg. Daarom is mijn oproep aan minister Wiersma: zoek nu met ons de verbinding, kom kijken in de praktijk, ga met ons in gesprek en zoek samenwerking op. Daartoe zijn wij bereid, en dat biedt veel meer kansen dan centrale sturing of regie vanuit het ministerie.”

Met deze duurzame investeringen verwijst Trompt weer naar enkele punten vanuit het IBO-rapport. Bijvoorbeeld rondom onderwijstijd, waarin blijkt dat onze omringende landen minder tijd besteden aan onderwijs en wel hoog van niveau zijn. “Hoe kunnen wij dat anders organiseren zodat we ook effectiever bezig zijn? Daarnaast ligt er ook een hoop te doen voor ons op het gebied van onderwijs en zorg en de opleiding van leraren. Daar komen al goede initiatieven van de grond, maar daar is meer samenwerking en een meerjarenperspectief voor nodig.”

In dit proces vindt Tromp het verstandig dat het ministerie openstaat voor samenwerking en daar actief op stuurt. “Als we gezamenlijk rond de tafel gaan en plannen maken, moet daar ook vertrouwen en ruimte in worden gegeven. Wij leggen op onze beurt dan verantwoording af, want we nu ook al doen aan de inspectie. Laten we met elkaar het rapport omarmen, de dialoog zoeken en het goede gesprek voeren om tot toekomstbestendig onderwijs in Nederland te komen.”

Bron: Verus



« Terug naar het overzicht