Advies Wetsvoorstel strategisch personeelsbeleid
11-06-2024
Op verzoek van de minister van Onderwijs heeft de Onderwijsraad geadviseerd over het Wetsvoorstel strategisch personeelsbeleid en arbeidsvoorwaarden. De raad onderschrijft het belang van strategisch personeelsbeleid voor de kwaliteit van het onderwijs en de aantrekkelijkheid van het beroep. Maar de raad ziet dit wetsvoorstel niet als een passend middel om de beoogde doelen te bereiken. De raad adviseert de minister daarom indiening van het wetsvoorstel te heroverwegen.
De Onderwijsraad heeft een wettelijke taak te adviseren over wetsvoorstellen. Wetsadvisering door de raad vindt plaats na internetconsultatie en vóór advisering door de Raad van State. Vervolgens wordt het wetsvoorstel, al dan niet in aangepaste vorm, aangeboden aan de Tweede Kamer.
Op gespannen voet met vrijheid van inrichting
Met het wetsvoorstel worden schoolbesturen verplicht om een strategisch personeelsbeleid te voeren en worden eisen gesteld aan de manier waarop dat beleid moet worden ingevuld. De Onderwijsraad constateert dat hiermee de vrijheid van inrichting, zoals vastgelegd in artikel 23 van de Grondwet, voor schoolbesturen wordt beperkt. De noodzaak voor deze inperking wordt volgens de raad onvoldoende aangetoond.
Schoolbesturen zijn al wettelijk verplicht om personeelsbeleid te voeren. Zij mogen, binnen de kaders van de wet, zelf beslissen hoe zij hun organisatie en het onderwijs vormgeven. Personeelsbeleid is onderdeel van de kern van de vrijheid van inrichting. Uit monitoringsonderzoeken blijkt dat de meeste besturen in het po, vo en mbo al een strategisch personeelsbeleid voeren. Sommige besturen moeten hun beleid wel verbeteren, bijvoorbeeld als het gaat om doorwerking en evaluatie van het (strategisch) personeelsbeleid. Deze besturen en hun interne toezichthouders moeten hier werk van maken. Bestaande wettelijke verplichtingen bieden echter genoeg handvatten voor de Inspectie van het Onderwijs om hierop toe te zien. Daarvoor is geen nieuwe wetgeving nodig, aldus de raad.
Lees verder bij Onderwijsraad
Bron: Onderwijsraad
« Terug naar het overzicht