Wat kost een zij-instromer?

25-03-2022

 

ResearchNed Nijmegen deed in opdracht van het Ministerie van OCW onderzoek naar de kosten van zij-instroomtrajecten. De conclusie is dat de subsidie in veel gevallen niet kostendekkend is.

Zij-instroom in het beroep van leraar biedt mensen van buiten het onderwijs een vaak verkort traject van werken, begeleiding en scholing waarmee zij binnen twee jaar bevoegd of benoembaar worden om les te geven. Tijdens dit traject mogen zij al zelfstandig lesgeven op basis van een geschiktheidsverklaring na een geschiktheidsonderzoek. Een zij-instroomtraject leidt niet tot een formeel ho-diploma, maar tot een getuigschrift met een daaraan verbonden onderwijs­bevoegdheid. Daarom wordt bij zij-instroom niet van een opleidings- maar van een scholingstraject gesproken.

Welke kosten zijn aan een zij-instroomtraject verbonden?
Zij-instromers kunnen alleen starten met een geschiktheidsverklaring die bevestigt dat de kandidaat het scholingstraject richting de vereiste onderwijsbevoegdheid binnen twee jaar kan afronden (geholpen door eerder opgedane kennis en ervaring) en dat de kandidaat geschikt is om direct voor de klas te staan. In het PO en VO wordt het geschiktheidsonderzoek uitgevoerd door een lerarenopleiding. Het MBO organiseert dit onderzoek vaak zelf – of besteedt het uit. In het PO en VO liggen de kosten tussen de 1900 en de 2600 euro. In het MBO liggen de kosten doorgaans (veel) lager.

Het scholingstraject bevoegdheid PO/PraO/V(S)O kost bij het doorlopen van het ‘standaard’ scholingstraject gemiddeld 12.300 euro. Voor een tweedegraads onderwijsbevoegdheid is dat gemiddeld 15.000 euro en voor een eerstegraads bevoegdheid gemiddeld 8.300 euro. Een traject pedagogisch-didactisch getuigschrift (PDG) MBO kost in doorsnee 7.000 euro. Voor kandidaten met veel bagage en ervaring is in elke sector een verkort en daardoor goedkoper traject mogelijk. Soms is er maatwerk mogelijk, maar dat leidt zelden tot echt goedkopere trajecten.

De begeleidingskosten binnen de school komen voort uit de uren die begeleiders binnen scholen maken om zij-instromers te begeleiden en om intern én extern over het traject te overleggen. Een school kan met een lerarenopleiding afspreken om zelf meer begeleiding te geven, zodat vanuit de opleiding minder begeleiding nodig is. Dat kan leiden tot een lager scholingstarief, maar per saldo is de school dan ongeveer even duur uit. De meeste begeleiders vinden dat ze afdoende worden gecompenseerd voor hun begeleidingsuren. In het PO en in het MBO zijn begeleiders samen gemiddeld ongeveer 4 uur per week aan een traject kwijt, in het VO is dat duidelijk minder, met gemiddeld 2 uur per week. Dat vertaalt zich naar bijna 19.000 euro aan kosten in het PO, 10.400 euro in het VO en 15.600 euro in het MBO. De begeleiding wordt vaak als ondermaats ervaren: in elke sector vindt ongeveer een derde deel van de bevraagde zij-instromers dat er te weinig begeleiding is. Dit is dus echt een aandachtspunt!

Verder zijn er de kosten betaald studieverlof en bovenformatieve inzet. Die zijn zeer uiteenlopend, van nul euro tot enkele tienduizenden euro’s. Vaak zijn deze kosten aan het begin van een traject lastig in te schatten, maar het is wijs hiervoor wel een reservering te doen.

Tot slot is er nog een aantal kleinere kostenposten waarmee je te maken kunt krijgen als je met een zij-instromertraject aan de slag wilt:

  • Werving en oriëntatie op het zij-instroomtraject met bijvoorbeeld proeflessen.
  • Scholing van begeleiders.
  • Kosten van studiematerialen en reiskosten.
  • Administratieve kosten van aanvraag en afhandeling van de zij-instroomsubsidie.

Voor wie een goed beeld wil krijgen waar hij (financieel) aan begint, is de publicatie van dit onderzoek een interessante kennisbron.

Bron: AVS



« Terug naar het overzicht