Pieter Omzigt met eigen partij in de politiek en de mogelijke impact op het onderwijs

21-08-2023

 

De kogel is door de kerk: Pieter Omtzigt gaat meedoen aan de Tweede Kamerverkiezingen van november dit jaar. Wat zijn de gevolgen voor het hoger onderwijs als hij en zijn partij in oprichting een grote machtsfactor worden in het parlement? Science Guide waagt zich aan een voorspelling.

Nu Omtzigt zich in de verkiezingsrace mengt, kan hij het politieke landschap op zijn kop zetten. Diverse peilingen achten hem kansrijk om met zijn Nieuw Sociaal Contract de grootste politieke partij van Nederland te worden. Op het gebied van het hoger onderwijs heeft hij in de afgelopen twee jaar als zelfstandig Kamerlid zeker van zich laten horen.

Een centrale focus van Omtzigt is het herstellen van het Nederlands als onderwijstaal en het verminderen van verengelsing. Daarnaast streeft hij naar meer transparantie in rechtenopleidingen, waar recentelijk veel te doen is over wetenschappelijke integriteit. Hij verzet zich tegen het gebruik van academische titels door hoogleraren om de vennootschapsbelasting te verlagen ten behoeve van het internationale bedrijfsleven. Vooralsnog blijkt hij qua stemgedrag over het hoger onderwijs een stuk minder populistisch te zijn dan zijn grootste electorale concurrent, de BBB.

Nieuw contract ook met overheid en universiteiten
Het nieuwe sociale contract van Omtzigt impliceert eveneens dat universiteiten hun relatie tot de Nederlandse samenleving en de overheid moeten herzien. Omtzigt heeft meermaals gesteld dat universiteiten primair verantwoordelijk zijn voor het opleiden van Nederlandse studenten. Situaties zoals in Maastricht, dat een overweldigend aantal internationale studenten herbergt, vindt hij onwenselijk. Daarom moet er duidelijke afspraken tussen de overheid en de universiteiten komen over het aantal internationale studenten in Nederland.

Onlangs heeft hij gewaarschuwd dat universiteiten hun strategie op dit vlak moeten heroverwegen, aangezien de situatie met een hoog aantal internationale studenten onhoudbaar is. “Waarvoor is het Nederlandse onderwijsstelsel er? Dat is om goed onderzoek te doen en om je eigen bevolking goed te onderrichten, om de geest open te maken en klaar te maken voor de arbeidsmarkt. Bij bepaalde opleidingen in Nederland wordt alleen Engels gesproken, is bijna niemand die daar zit meer van Nederlandse komaf en wordt er ook vaak onderwezen door een zeer internationaal gezelschap.”

Aanzuigende werking van de basisbeurs
Hij uit tevens zorgen over de aantrekkingskracht van de nieuwe basisbeurs voor internationale studenten, die onder bepaalde voorwaarden ook hiervoor in aanmerking komen. Omtzigt vreest dat door een combinatie van veel Engelstalig onderwijs en de nieuwe basisbeurs vooral jongeren uit andere Europese landen van deze sociale voorziening gaan profiteren.

Omtzigt wil dat Engels nog wel mogelijk is voor gastcolleges en specifieke masters. Tegen ScienceGuide zei hij afgelopen maart dat universiteitsbestuurders, maar ook hogescholen hun knopen moeten tellen; ze moeten zelf al het aantal Engelstalige opleidingen terugschroeven, omdat anders de wal het schip gaat keren.

Omtzigt moet je serieus nemen
Van de minister verlangt Omtzigt dat deze de wet naleeft en voorstellen doet om het aantal internationale studenten te beperken. Minister Dijkgraaf lijkt te hebben voorzien dat de oud-CDA’er serieus moet worden genomen en deed het drastische voorstel om alle bacheloropleidingen voor tenminste twee derde in het Nederlands aan te bieden. Dit zou in feite de aantrekkingskracht voor veel internationale studenten verminderen.

Met Omtzigts deelname aan de verkiezingen lijkt het onwaarschijnlijk dat de strengere wet- en regelgeving over internationalisering op de lange baan wordt geschoven. Sommigen hadden dit gehoopt na de val van het kabinet, zeker omdat de nieuwe lijsttrekker van de PvdA en GroenLinks zich ook uitgesproken had voor Engelstalig onderwijs. Nu Omtzigt deelneemt aan de verkiezingen, zal hij het punt dat hij als eenpitter al maakte, willen verzilveren.

Een ander punt waarop Omtzigt zich de afgelopen twee jaar heeft gericht na zijn afscheiding van het CDA, is wetenschappelijke integriteit, met name binnen het fiscaal recht. Hij bekritiseert het feit dat (bijzonder) hoogleraren in deze sector zich voornamelijk specialiseren in vennootschapsbelasting en weinig oog hebben voor zaken als het toeslagenschandaal. Omtzigt stelt dat academische titels worden misbruikt om het grootkapitaal te adviseren over fiscaal gunstige maatregelen.

Schendingen van de wetenschappelijke integriteit
Een recent voorbeeld van academische misstanden is te zien aan de Universiteit van Amsterdam. Volgens onderzoek van Follow the Money verkreeg Netflix hier invloed op het onderwijs van de juridische faculteit in ruil voor financiële steun.

Dit leidde tot ergernis bij Omtzigt, die de minister heeft aangesproken op de vermeende betrokkenheid van universiteiten bij lobbyactiviteiten en de mogelijke schending van de gedragscode wetenschappelijke integriteit.

Niet zo radicaal als de BBB
De voornaamste electorale concurrent van Nieuw Sociaal Contract lijkt de BBB te zijn. Het stemgedrag toont echter aan dat BBB-leider Caroline van der Plas op het gebied van hoger onderwijs een veel meer populistische agenda voert dan Omtzigt. De BBB heeft tijdens de afgelopen kabinetsperiode voor diverse gratis-biermoties gestemd, zoals het bevriezen van de rente op studieschulden, hetgeen gezien de stijgende rente aanzienlijke kosten met zich meebrengt.

De BBB steunde ook moties over ‘woke’, critical race theory en meldpunten voor wetenschappers van de PVV. Daarnaast wilde de BBB geen studentenhuisvesting meer beschikbaar stellen voor buitenlandse studenten en Chinese studenten weren uit specifieke domeinen. Omtzigt lijkt niet vatbaar te zijn voor dergelijke populistische oprispingen en heeft zich tegen deze moties uitgesproken.

Bron: Science Guide



« Terug naar het overzicht