Ontwikkelkracht- aanzet tot eigen regie onderwijs op onderwijskwaliteit

08-06-2022

 

Een grotendeels door leraren opgezet plan voor kwaliteitsverbetering in het primair en voortgezet onderwijs krijgt 332 miljoen euro vanuit het Nationaal Groeifonds. Eén van de initiatiefnemers, geschiedenisdocent Jasper Rijpma, legt in het Onderwijsblad van de AOb uit wat Ontwikkelkracht moet gaan doen. “Het leraarschap is nog steeds min of meer een einzelgänger-beroep, dat moet veranderen.”

Het Nationaal Groeifonds werd door kabinet Rutte IV in het leven geroepen en spendeert tussen 2021 en 2025 in totaal 20 miljard euro. Gehonoreerde projecten moeten bijdragen aan het ‘duurzaam verdienvermogen van Nederland’. Voor de tweede ronde was meer dan 6 miljard euro beschikbaar en van de 35 aanvragen zijn er 28 goedgekeurd. Het project Ontwikkelkracht krijgt 332 miljoen euro vanuit het fonds. Scholen gaan er ook zelf 161 miljoen euro aan bijdragen.

Jasper Rijpma is één van de drijvende krachten achter het voorstel voor Ontwikkelkracht. Samen met leerkracht Michèl de Vries, het Leraren Ontwikkelfonds (LOF), NRO, Education lab, Groeikracht, OCW, CAOP en stichting Leerkracht werkte hij het plan uit.

Iemand noemde jou de man van 300 miljoen. Is dat een terechte kwalificering?
“Daar voel ik lichte gêne bij. Het is heel veel geld en ik ben niet de enige initiatiefnemer. Dus nee, dat zijn te veel credits voor mij.”

Wat is Ontwikkelkracht?
“Het is een aanzet vanuit onderzoekers, leraren en schoolleiders om zelf de regie te gaan voeren op onderwijskwaliteit. Dat is urgent, ook gezien de Staat van het Onderwijs, het jaarlijkse inspectierapport. Het idee is dat alles vertrekt vanuit een vraag uit het team, van de leraren en schoolleider.”

Hoe bedoel je?
“Op mijn eigen school wilden we bijvoorbeeld een zachtere landing voor brugklassers. Traditioneel kennen zij al snel een afrekenmoment: tijdens de eerste toetsen. Wij wilden het liefst helemaal cijferloos gaan werken in het eerste schooljaar. Maar dat is een slecht idee, tenzij je ander systeem hebt om voortgang te monitoren wat handreikingen biedt aan alle vakdocenten. Een enorme klus. En mijn school is niet de enige die voor die uitdaging staat.”

‘Het geld gaat voor grofweg tachtig procent naar het vrij roosteren van leraren’

Gaan de euro’s vanuit het Groeifonds dan naar het optuigen van zo’n systeem?
“Nee, het geld gaat voor grofweg tachtig procent naar het vrij roosteren van leraren zodat zij het ontwikkelpotentieel op hun school kunnen ontsluiten. Ons punt: vanuit de onderwijswetenschap zijn er vaak al antwoorden. Ontwikkelkracht moet vooral kennis en kunde verbinden met de vragen van de teams, en leraren een sturende rol geven.”

Dat klinkt nog steeds best vaag. Kun je het al concreter maken?
“Ontwikkelkracht heeft vier onderdelen. De eerste is een kenniscultuur ontwikkelen op scholen. NRO heeft onlangs een leidraad gepubliceerd over de voorwaarden die op school aanwezig moeten zijn wil je zo’n cultuur kunnen realiseren.

De tweede pijler zijn die leidraden van NRO over wat werkt. Het liefst zo hands on mogelijk. Geïnspireerd op de guidance reports uit Engeland. Het derde onderdeel is het werkterrein van Inge de Wolf: Education Lab. Daar gaan onderzoekers met leraren en met schoolleiders op zoek naar nieuwe antwoorden op onderwijskundige vragen.

Tot slot, nummer vier, is het vormen van een aantal opleidings- en ontwikkelscholen. Wederom geïnspireerd door – ik wil wel benadrukken: géén kopie van – de Engelse researchschools. Dat zijn scholen waar die verbetercultuur al gerealiseerd is, waar leraren in teams rond onderwijskundige dilemma’s aan de slag gaan. Zo kun je een olievlek creëren: leraren die merken dat het leuk is om op deze manier te werken en dat willen vertellen op andere scholen. We weten uit het buitenland dat dit enthousiasme besmettelijk is.”

Lees verder bij de AOb

Bron: AOb



« Terug naar het overzicht