Grote zorgen over leesvaardigheid van Nederlandse scholieren

06-12-2023

 

Nederlandse leerlingen zijn steeds minder vaardig op het vlak van lezen, wiskunde en natuurwetenschappen; met name de leesvaardigheid van leerlingen daalde fors. Deze daling in basisvaardigheden - nodig om als zelfstandig en mondig burger succesvol te kunnen deelnemen aan de samenleving - doet zich voor door heel Europa, mogelijk mede als gevolg van de COVID-19 pandemie. Dat blijkt uit de resultaten van het PISA-2022 onderzoek van de OESO, die op 5 december zijn gepubliceerd.

‘Het is de eerste keer in de geschiedenis van PISA dat de prestaties van 15-jarigen er in zoveel landen zo sterk op achteruit zijn gegaan’, aldus de onderzoekers. VO-raad voorzitter Henk Hagoort: ‘We hebben te maken met een zeer zorgelijke trend, die ook in Nederland om actie vraagt. Het is duidelijk dat hier een opdracht ligt voor iedereen die werkt in het onderwijs. Het onderwijs kan dit probleem van afnemende leesvaardigheid echter niet alleen oplossen. Daarom doen we, samen met de bonden, vandaag een oproep aan het nieuwe kabinet om met een Deltaplan Lerarentekort te komen.’
In Nederland baart met name de forse en significante daling van de leesvaardigheid van 15-jarigen grote zorgen. Nederlandse leerlingen zijn gemiddeld genomen ook beduidend minder leesvaardig dan leeftijdsgenoten uit OESO-landen en vergelijkbare Europese landen.

Ook in wiskunde blijken de Nederlandse jongeren de laatste jaren minder vaardig geworden. Nederlandse leerlingen presteren in 2022 ruim boven het OESO-gemiddelde en Nederland is nog steeds het best-presterende EU-14 land, maar de grote voorsprong die we van oudsher hadden, is wel kleiner geworden. De prestaties voor natuurwetenschappen tonen na een lange periode van stabiliteit eveneens een dalende tendens en bevinden zich op het gemiddelde van vergelijkbare EU-landen. Nederlandse meisjes scoren over het algemeen hoger op leesvaardigheid, terwijl jongens betere wiskundeprestaties laten zien.

Van de 15-jarige leerlingen die hebben deelgenomen aan PISA heeft 6% ouders met een opleiding op maximaal basisonderwijs of vmbo, 18% ouders met maximaal een havo-, vwo- of mbo-opleiding, en 76% ouders met een hbo- of wo-opleiding. Deze verschillen weerspiegelen zich ook in de PISA-scores van hun kinderen: vooral de groep leerlingen met ouders met basisonderwijs of vmbo scoren aanzienlijk lager op alle getoetste domeinen. Ook leerlingen die thuis Nederlands spreken, halen significant hogere scores dan leerlingen die thuis een andere Europese of niet-Europese taal spreken.

Lees verder

Bron: VO-Raad, OESO



« Terug naar het overzicht