Bijzonder onderwijs blijft bron van discussie

03-08-2019

 

Nu er twee islamitische scholen voor ophef zorgen - het Haga Lyceum en een nog op te richten school in Naaldwijk - laait de discussie over bijzonder onderwijs weer in alle hevigheid op. Diverse dagbladen besteedden er ruime aandacht aan, waaronder Trouw.

Tegenstanders vinden het niet meer van deze tijd dat de overheid betaalt voor religieus onderwijs en zijn bang voor segregatie. Voorstanders vinden het belangrijk dat ouders zelf een school kunnen kiezen die bij hun opvattingen past, en vinden het onwenselijk dat de staat het onderwijs volledig naar zich toetrekt.

Die welles-nietes discussie gaat voorbij aan de genuanceerde kern van de zaak, zegt Gerdien Bertram-Troost, onderzoeker levensbeschouwelijke vorming aan de Vrije Universiteit. Het bijzonder onderwijs is in de praktijk lang niet meer zo religieus als vroeger, en vrijwel alle protestantse en katholieke scholen zijn voor iedereen toegankelijk. “Slechts drie tot vijf procent van het bijzonder onderwijs, waaronder de reformatorische en gereformeerde scholen, selecteert aan de poort en heeft daardoor een relatief homogene groep leerlingen en docenten”, zegt Bertram-Troost. “Zij vormen een minderheid, maar ook daar moet plek voor zijn in onze liberale democratie. De relevante vraag is niet of we het bijzonder onderwijs af moeten schaffen, maar welke rol religie en levensbeschouwing in het onderwijs moeten spelen. Die vraag geldt zowel voor het openbaar als het bijzonder onderwijs.”

Er zijn twee bewegingen gaande, ziet Bertram-Troost. Enerzijds springen veel katholieke en protestantse scholen losser om met hun religieuze signatuur doordat ze minder gelovige leerlingen hebben. Aan de andere kant legt een klein aantal scholen juist méér nadruk op religie. “Dat komt mogelijk ook door de secularisering: ze hechten daar juist meer waarde aan tegen de stroom in.”

Grote behoefte
Het bijzonder onderwijs voorziet ondanks de secularisering nog steeds in een grote behoefte, zegt Toke Elshof, theoloog aan de Tilburg University. Zij onderzocht de verwachtingen van ouders met kinderen op een katholieke basisschool. “Hun wensen hangen samen met twee maatschappelijke tendensen: de toegenomen religieuze diversiteit, en de afgenomen religieuze geletterdheid onder de generatie van jonge opvoedende ouders.”
Ouders verwachten dat de katholieke school een lesaanbod aanreikt dat hun kinderen op een open manier met de katholieke en christelijke godsdienst laat kennismaken, maar ook met andere religies en levensbeschouwingen, zegt Elshof. “Ze beschouwen het meestal als een voordeel dat katholieke scholen ook open staan voor kinderen met een religieus diverse achtergrond, zodat kinderen al spelend en lerend tot onderling begrip en waardering komen.”

Lees het hele artikel in Trouw



« Terug naar het overzicht